De Theosofische leringen die vanaf 1875 bekend zijn gemaakt, bieden een omvangrijk en samenhangend stelsel van leringen waarin alle processen van de Natuur zijn uitgewerkt.

Hierbij gaat de Theosofie in op zowel het ‘hoe’, het ‘waarom’ als het ‘waartoe’ van de dingen en geeft daarmee een synthese van zowel wetenschap, filosofie als religie en benadert deze als een samenhangend geheel. Hoe verstrekkend de Theosofische leringen ook kunnen zijn, om ons er een begrip van te vormen kunnen deze tot drie grondstellingen worden teruggebracht. Deze drie grondstellingen zijn heel principieel en de kern ervan kan als volgt worden weergegeven.

Drie grondstellingen

  1. Grenzeloosheid
  2. Cycliciteit
  3. Essentiële gelijkwaardigheid van al het leven

De eerste grondstelling

Eén Alomtegenwoordig, Eeuwig, Grenzeloos, Onveranderlijk BEGINSEL, waarover alle bespiegeling onmogelijk is, aangezien het het menselijk bevattingsvermogen te boven gaat en door elke menselijke uitdrukking of vergelijking slechts kan worden verkleind. Eén absolute werkelijkheid die voorafgaat aan alle gemanifesteerd, beperkt zijn*.

En hoewel onkenbaar, vormt deze absolute werkelijkheid de grondslag voor het grenzeloze Ene Leven.  

De tweede grondstelling

De Eeuwigheid van het heelal in toto als een grenzeloos gebied; periodiek ‘het veld van talloze zich manifesterende en verdwijnende Heelallen’, die ‘zich manifesterende sterren’ en ‘vonken der Eeuwigheid’ worden genoemd*.

Deze grondstelling betreft Cycliciteit. Al het leven manifesteert zich periodiek om zich na verloop van tijd weer terug te trekken naar de innerlijke gebieden. Dit gebeurt in een onophoudelijk cyclisch proces van leven en sterven dat zich voordoet op alle levensniveaus. Of we het nu hebben over een mens, een plant of een dier, ook planeten, sterren en zonnestelsels zijn dergelijke ‘vonken der Eeuwigheid’.

De derde grondstelling

De fundamentele gelijkheid van alle Zielen met de universele Over-Ziel, die zelf weer een aspect van de onbekende wortel is; en de verplichte pelgrimstocht voor elke Ziel – een vonk van eerstgenoemde door de kringloop van incarnatie (of ‘Noodzakelijkheid’) in overeenstemming met de Cyclische en Karmische wet gedurende het gehele tijdperk*.

Deze grondstelling laat zien dat alle wezens in essentie gelijkwaardig zijn. De fundamentele  gelijkheid met de Over-Ziel laat zien dat vermogens om te groeien in onszelf aanwezig zijn en dat deze conform de tweede grondstelling in een cyclisch proces van wederbelichaming steeds verder naar buiten worden gebracht. Deze ontwikkeling vindt plaats in complexe wisselwerking met elkaar en is in essentie grenzeloos.

(* Bron: H.P. Blavatsky, De Geheime Leer  Vol. I, p. 43-47)

Zeven Juwelen van Wijsheid

De drie Grondstellingen worden verfijnd in de Zeven Juwelen van Wijsheid, ook wel de Wetmatigheden van de Natuur genoemd, of de Sapta Ratnâni (Sanskriet). Deze zijn te zien als verschillende sleutels in het stelsel van leringen, die tezamen een levensfilosofie bieden, waarbij het het bewustzijn is dat bepalend is. De eerste twee Juwelen van Wijsheid zijn Reïncarnatie en Karma , die de cyclische processen van leven en dood omvatten, in relatie met de processen van oorzaak en gevolg en de leer van de vrije wil (Karma).  
Het Juweel Hiërarchieën laat zien dat het leven zich in hiërarchieën ontplooit. Alle levende wezens maken deel uit van een groter geheel van levende wezens. Zoals cellen deel uit maken van het menselijk lichaam, mensen deel uitmaken van de levende planeet aarde,  de aarde deel is van het levende zonnestelsel en zo voort tot in de oneindigheid. Alles bestaat in en door al het andere.

In dit geestelijke ontwikkelingsproces wordt ieder wezen voortgedreven door een innerlijke drang om steeds meer van zichzelf naar buiten te brengen en zichzelf te worden. Dit is het vierde Juweel, Zelfwording, dat samen met de vraag waarom wij ons zouden moeten ontwikkelen, de zin van het leven weergeeft. Want het Juweel Progressieve ontwikkeling laat zien welke ontwikkelingsmogelijkheden er zijn. Het is de zin van het leven om ons steeds meer te vervolmaken en meer van de grenzeloze innerlijke groeimogelijkheden in harmonieuze samenwerking naar buiten te brengen.

Aansluitend kunnen we ons, bij alles wat we doen,  de vraag stellen, handelen we voor onszelf of handelen we vanuit het oogpunt van het geheel? Het motief van waaruit we handelen vormt de essentie van het zesde Juweel. Het zevende Juweel is de synthese van de voorgaande Juwelen en laat zien dat de kern van alle leven EEN is en dat deze kan worden gekend. Het is de bron waar alle leven uit is voortgekomen en zich weer naartoe beweegt.

Bovenstaande geeft een beknopt overzicht van het stelsel van de Theosofische leringen. Om daar een compleet beeld van te vormen gaat het erom dat deze in samenhang met elkaar worden bestudeerd.